(Hoog)begaafde jongeren hebben op het gebied van vaardigheden nog niet veel hoeven trainen omdat ze veel vanzelf al konden. Wat als dit anders wordt? Kent de (hoog)begaafde zichzelf dan? Wat kun je als omgeving dan doen? Hoe ondersteun je dan het beste?
(Hoog)begaafde jongeren kunnen soms het idee hebben dat ze alles moet kunnen. Ook als ze iets niet kunnen dat proberen ze soms liever niet uit, want stel je voor dat ze het echt niet kunnen… Ben je dan nog wel slim?
Ook hebben (hoog)begaafde jongeren wellicht op jongere leeftijd weinig hoeven te oefenen, omdat ze het toch wel aardig snel vanzelf konden. De ‘oefen-spier’ is weinig getraind. Wanneer ze dan iets tegenkomen, dan is de oefen-spier niet veel gewend, waardoor sneller wordt gestopt met oefenen. Hoe komt dit over op de omgeving?
Als professional rondom die hoogbegaafde jongere kun je in de war raken; aan de ene kant is hij zo slim, maar wanneer er een beetje geoefend moet worden, wordt er afgehaakt. Is dat slim?
Tijdens deze bijeenkomst word je meegenomen in het besef rondom die vaardigheden, wat dit betekent voor de jongere en als professional om deze jongere heen.